Teksten en fotografie Rob Klute © Elze Klute 2001-2022
Camp on Tour
Luxemburg-stad
2022
Onze uitvalsbasis is de camping Kockelscheuer aan de rand van de stad. De camping ligt in het verlengde van de startbaan van de enige luchthaven van Luxemburg wat bij een bepaalde windrichting de nodige laag overkomende vliegtuigen oplevert. Vanaf de camping is een goede busverbinding met het centrum. Voor het hele land geldt trouwens dat reizen met bus, tram en trein gratis is.
De stad heeft zich door de eeuwen heen ontwikkeld tot een van de sterkste vestingen ter wereld. Het begon eenvoudig met een verdedigingsmuur op de Bockrots maar in de loop der eeuwen werden een tweede en derde omwalling aangelegd. De rotsen langs het dal van de Alzette en de Pétrusse vormden aan de andere kant een natuurlijke beveiliging. De stad kreeg hierdoor de bijnaam het Gibraltar van het Noorden.
Als we later door het centrum slenteren komen we bij het groothertogelijk paleis. Er staan politiemensen op motoren te wachten en passanten blijven staan. We worden nieuwsgierig. Na een tijdje gaan piepend en krakend de grote houten deuren open en verlaat Groothertogin Maria-Teresa per auto het paleis. We krijgen een paparazzi-achtig gevoel als ze ons vriendelijk toezwaait en we haar fotograferen. Dit is het officiële verblijf van de Groothertog van Luxemburg. Het gebouw werd als stadhuis gebruikt vanaf 1572 en fungeerde als residentie van het staatshoofd in 1817. Vanuit de 'yellow room' wordt er elk jaar op kerstavond door de Groothertog een kerstboodschap uitgezonden.
Het Place de la Constitution (Grondwetsplein) werd aangelegd op het oude Bastion Bock. Hier bevindt zich ook het herdenkingsmonument "Gëlle Fra" (Gouden Vrouw), dat in 1923 werd opgericht ter nagedachtenis aan de Luxemburgse soldaten die stierven in de Eerste Wereldoorlog. Tegenwoordig symboliseert het de vrijheid en het verzet van het Luxemburgse volk.
Place de la Constitution
Grund is één van de oudste delen van de benedenstad aan de oever van de Alzette. Origineel woonden in deze wijk veel kunstenaars en handarbeiders, die hier ook hun werken verhandelden. In de wijk vind je nog steeds veel ouderwetse, gekleurde huizen terug
Onder de Adolphebrug bouwde men een onderdoorgang voor voetgangers en fietsers met zicht op het Place de la Constitution.
Dit plein biedt een prachtig uitzicht op de Petrusvallei en de Adolfsbrug. toen hij in 1903 werd ingehuldigd de grootste stenen boogbrug. De brug is vernoemd naar hertog Adolf van Luxemburg en is een nationaal symbool voor het land.
Verspreid over de stad zijn er liften die de boven- met de beneden stad verbinden. De mooiste is de panoramalift van Pfaffenthal met een glazen bodem in een overstekend platform. Het is gek dat wanneer de bodem van glas is je ongewild voorzichtiger gaat lopen. Het uitzicht op de groene stad is wederom magnifiek.
De spreuk ‘Mir wölle bleiwe wat mir sin’ van de Luxemburgers dat ze trots en tevreden zijn en dat zo willen houden vinden we terug op een erker bij de Vismarkt op de plek waar vroeger twee Romeinse handelswegen elkaar kruisten.
Vanaf de Corniche, volgens de Luxemburgers het mooiste balkon van Europa, zijn de drie verdedigingsgordels goed te zien: de eerste bestond uit bastions, de tweede uit vijftien forten en de derde uit negen forten die waren uitgehouwen in de rotsen.
De muur van Wenceslas met op de voorgrond de weg die onder de slotbrug doorgaat. De Pont du Château werd gebouwd in 1735 in rode zandsteen. Het verving de tot dan toe gebruikte houten constructie, waaronder een ophaalbrug. Deze brug heeft de bijzonderheid dat hij verschillende toegangen tot de bovenstad garandeert, niet alleen boven langs maar ook ondergronds.
Wat je buiten niet direkt ziet is het 23 km lange ondergrondse gangenstelsel met bomvrije ruimten voor duizenden soldaten en paarden en werkplaatsen voor artillerie en wapens. De kazematten zijn echter nooit gebruikt waarvoor ze bedoeld waren.
Vanaf het Place de la Constitution dalen we de trappen af naar de Pétrussekazematten.