Kóping is een stad in zuidelijk Västmanland aan de Köpingsän, een
paar km voordat de rivier uitmondt in het Mälaren.
Een wandeling of fietstocht door de stad voert je langs mooie
gebouwen zoals hiernaast het Tingshus.
Langs de boulevard, Åpromenaden, die loopt van het centrum van de stad helemaal naar beneden naar de haven,
passeert u veel van de belangrijkste attracties van de stad: Nyströmska tuin, Bil- och teknikhistoriska samlingarna
(Automobile en technisch-
historische collecties), KMV -
Köping Mechanical Workshop,
Köpings museum, Kuj - het
Spoorwegmuseum en het
openluchtmuseum
Gammelgården met het café, beroemd om zijn heerlijke wafels met jam en slagroom.
Teksten en fotografie Rob Klute © Elze Klute 2001-2018
Camp on Tour
Arboga was in de middeleeuwen één van de belangrijkste
steden van Zweden. In 1434, tijdens de eerste Zweedse
opstand tegen de Deense
overheersing, trok de Zweedse
verzetsheld Engelbrekt met zijn
boerenleger naar Arboga, waar
hij in 1435 tot staatshoofd werd
gekozen. Hier werd ook de
eerste Rijksdag gehouden. Het
oude stadsdeel op de linker
oever is grotendeels intact
gebleven en heeft zijn 18e-
eeuwse karakter bewaard.
De Heliga Trefaldighets-kyrkan met ervoor het
monument van Engelbrekt, gemaakt door Carl Eldh.
Västmanland begon zich te ontwikkelen toen men ijzer- en
koperlagen ontdekte. Het westelijk deel van de provincie
maakt daardoor deel uit van het grote Bergslagen, een mijn-
en industriedistrict.
Door de rijkdom in deze streek verrezen o.a. aan de mooie
oevers van het Mälaren de paleizen en landhuizen van de
Zweedse adel.
In die tijd was het stadje Arboga uit gegroeid tot een belangrijk
handelscentrum voor het ijzer uit de Bergslagen.
Nora is één van de drie best bewaarde houten stadjes in
Zweden en vormt samen met Eksjö en Hjo een vereniging.
Deze drie steden ontvingen de Europa Nostra-prijs vanwege
hun historische en in stand gehouden stadskern.
Nora heeft een compleet
ingerichte hoogoven
(Pershyttan), die tot 1963
in gebruik was.
De winkeltjes in Zweden zijn heel vaak loppis winkeltjes.
Nora is een goed bewaard houten stadje
met straten die op klassieke wijze in een
rastervorm zijn aangelegd. Vele huizen
zien er nog precies hetzelfde uit als toen
ze gebouwd werden rond 1700 en 1800.
Een bezoek aan Nora is als het binnen
stappen van een museum, maar hier
bestaat alles nog in werkelijkheid.
Kopparberg, het centrum van Bergslagen, heeft veel verschillende
bezienswaardigheden zoals: de houten kerk ( Ljusnarsbergs Kyrka)
uit 1635 met klokkenstoel en de Kyrkstallarna (kerkstallen).
Het Tingshus (het oude gerechtsgebouw)
is in 1641 gebouwd als kantoor voor de
voorman die het ijzererts woog en
berekende. Maar na een verbouwing
werd het in 1893 een gerechtsgebouw.
Tegenwoordig is het een Turistbyrå.
Volgens hedendaagse aanname, sloeg er ongeveer 14,5 miljoen jaar geleden een
meteoriet in aan de noordwestkant van de stad. Dit gebied is rijk aan mineralen en een grote variatie
van mineralen kan dan ook gevonden worden in de regio. Koper werd al ontdekt in 1634 direct aan de
oppervlakte van de heuvels die nu deel uit maken van de plaats Kopparberg zelf en het gebied dat zich
uitstrekt naar het noorden.
Dit gegeven verspreidde zich al snel en trok veel gelukzoekers naar Kopparberg. Het werken in de
mijnen was zeer zwaar, vooral in de winter. Voor Finnen die vaak het slachtoffer werden van de
regelmatig oplaaiende conflicten tussen Zweden en Rusland, bood dit zware werk echter een uitweg en
zij waren degenen die het koper begonnen te delven.
De bekendste en grootste mijn van Kopparberg is de Nya Kopparbergsgruvan
in het Ljusnarsbergsfältet, die net buiten de stad gelegen is. Gedurende enige
tientallen jaren kon erts van hoge kwaliteit gewonnen worden. Het erts had
een hoog kopergehalte met sporen van zilver en
goud. Na die rijke beginperiode balanceerden de
kopermijnen in het gebied vaak op de rand van
economisch rendabele exploitatie. Enkele kilometers
noordelijk van Kopparberg liggen de mooi bewaard
gebleven mijnputten van de Finngruvan.
Het 2,5 km lange Kopparstigen leid je langs
verschillende groeven en alles wat er mee
samenhangt.
In Ängelsberg ligt het oude industriecomplex Engelsbergs bruk, met zijn
smelterij en ijzerwinning. Het is een zeer waardevol industrieel monument en
staat derhalve op de werelderfgoedlijst van de UNESCO.
Bergslagen
Bij Norberg ben je in het oudste mijndistrict van Zweden. Het kreeg in de 14e eeuw al bekendheid.
De vrijheidsstrijder Engelbrekt was hier mijneigenaar.
Er zijn veel verschillende mijnen o.a. de zilvermijn in Sala, de kopermijnen bij Kopparberg en de
ijzerertsmijn bij Ängelsberg. Verder vind je hier o.a. de hoogovens bij Pershyttan en de mogelijkheid
om goud te zoeken in Kopparberg.
Rechts werelds oudste bewaard
gebleven olieraffinaderij op het
eilandje Oljeön.
Het kasteel Ulvaklev tegenover het
eilandje was van een oliemagnaat die de
olie importeerde uit Amerika. De olie
kwam per tanker in Stockholm en werd
op Oljefrabriken geraffineerd.
Fraaie meren met heerlijke picknick plekjes.
In het oostelijk deel loopt van zuid naar noord dwars door het gebied het
Strömsholms Kanal. Deze hier en daar gekanaliseerde rivier (de Kolbácksån)
voert van Strömsholm aan het Mälaren naar Smedjebacken in het hart van
Bergslagen. Het Kanal werd 110 km lang en er kwamen 26 sluizen. Er werd
slechts 11 km kanaal gegraven.
Bezienswaardig is ook de middeleeuwse kerk, die één van de mooiste
altaarstukken (renaissance) van Zweden bezit.
De Torggatan met Scheele-parken en op de voorgrond het standbeeld van Scheele. Carl Scheele werd geboren in
Stralsund - Duitsland. Nadat hij als leerling-apotheker werkzaam was in Stockholm verhuisde hij in 1770 naar
Uppsala en in 1775 naar Köping. In die tijd heeft hij zich bezig gehouden met studies naar onder andere zuurstof en
stikstof wat uiteindelijk leidde tot de ontdekking van deze elementen en later nog verschillende andere elementen.
Bij de Trångfors smedja (historische
smederij) in Hallstahammar is een
geweldige overnachtingsplek.
Sitecode: 28565 campercontact.
Het schitterende kasteel
Strömsholm werd gebouwd
door Nicodemus Tessin de
Oudere in 1670. Al sinds de
16de eeuw is het in gebruik als
staatsstoeterij en ruitercentrum.
Sala, bekend om zijn zilvermijnen, werd destijds de ‘schatkamer van Zweden’ genoemd. De exploitatie was niet
meer lonend, maar het loont wel de moeite om de mijnen en het museum te bezoeken.