Teksten en fotografie Rob Klute © Elze Klute 2001-2017
Camp on Tour
Bohuslän behoort tot de populaire westkust, ook wel de
Zweedse zonnekust genoemd. Het aantal zonne-uren hier is
de hoogste van Zweden.
De kustlijn is hier grillig en wordt onderbroken door kreken en
inhammen, baaien en fjorden, eilanden en eilandjes; dit alles
gevormd door harde, door het water gladgeslepen rotsen.
Een andere bekende badplaats en
zeilcentrum is Marstrand in het
Kattegat. Je moet in Arvidsvik (of
eerder) je auto parkeren want
Marstrand is autovrij en alleen te
bereiken met het pontje.
.
Via de grootste eilanden van het scherengebied; Orust en Tjörn gaan we
terug over de grote brug bij Stenungsund naar het vaste land.
Bij Höviksnäs is een zwembad aangelegd in en tussen de rotsen d.m.v.
loopplanken. Helaas zien we in grote getale twee aparte soorten kwallen.
Vanwege de vele fjorden en
eilandjes zie je natuurlijk ook veel
moderne hoge bruggen.
Mooie camperplaatsen aan het
water zijn soms onder die bruggen
maar deze zijn niet voordelig.
Fiskebäckskil ligt aan de Gullmarsfjörd op het voormalige eiland
Skaftölandet. Met zijn kronkelende straatjes en zijn houten huisjes is het
eigenlijk schilderachtiger dan Lysekil dat aan de andere kant van het fjord
ligt en te bereiken is met het voetveer. De visserij komt tegenwoordig op
het tweede plan na de toeristen.
Het eilandje Marstrand van bovenaf en vanaf de kant van Arvidsvik met zicht op de machtige vesting Carlsten.
Marstrand wordt wel het Monaco van het Noorden genoemd.
Marstrand is ook zeer bekend
geworden door de internationale
zeilwedstrijden die in juli plaats vinden
zoals de Stena match cup Sweden.
Doordat het stadje autovrij is wordt
er veelvuldig gebruikt gemaakt van
driewieler bromfietsen met laadbak.
Aan de voet van de vesting kronkelen hobbelige keitjesstraten, die met
hun wit geverfde huizen voor een prettige sfeer zorgen. Het markante
kerkje, het houten raadhuis en het Grand Hotel dragen daar aan bij.
In de gemeente Tanum is een werelderfgoed uit de Bronstijd van 45 km2 groot, dat 500 verschillende plekken met
rotstekening heeft. De vier belangrijkste heeft men voorzien van een verklaringspaneel en een parkeerplaats; zoals
bij Fossum en Viltlycke, waar de grootste rotstekening is. In deze laatste plaats is ook een museum en een boerderij
uit de Bronstijd.
In Hamburgsund pakken
we de fietsen en steken
over met de ferry naar
HamburgÖ.
Het is een rotseilandje met
aan de noordkant een
heuse badplaats.
Van bovenaf de rotsen is
het scherengebied mooi te
overzien.
In Svenneby staat het in de 12e-eeuw gebouwde kerkje onder de rots, terwijl de klokkentoren al 700 jaar vanaf de
klif de mensen er aan herinnert naar de kerk te komen. Bijzonder zijn de oude dikke originele muren met kleine
openingen ter bescherming en de uit hout gesneden St. Olav (13de-eeuws).
De scherenkust van Bohuslän is
vanaf bovenaf op zijn mooist, te
bereiken via trappen in Bovallstrand,
een vissersdorp en badplaats.
In Hunnebostrand konden we op de
Nord strandgatan nabij Udden
parkeren. Ook hier zijn we naar boven
geklommen. Vanaf deze parkeerplaats
loop je zo het Skulpturpark in.
Het Sote kanal is een ongeveer 4,8 km lang kanaal tussen Smögen en Hunnebostrand. Op één van de
parkeerplaatsen langs het kanaal hadden we mooi zicht op de voorbij glijdende zeilboten en ook het oude
passagiersschip de Soten kwam nog voorbij.
De skulptur Ydis van Thomas
Kadziola, een Deense kunstenaar.
Kijk op het gratis toegankelijke
Skulpturpark Udden.